CareX stelt zich ten doel om leegstand te vervangen door maatschappelijk, zinvol gebruik. Leegstand is nergens goed voor, tijdelijke bewoning en tijdelijke werkruimte voegen waarde toe aan de samenleving. Op deze blog verschijnen regelmatig reportages over opmerkelijk gebruik van de panden van CareX. De artikelen zijn geschreven door Albert-Jan Bosch. (boschrijft)



http://www.carex.nl/



maandag 16 januari 2012

Rölingcollege

Verbonden kunstenaars

CareX beheert veel panden waar kunstenaars hun broedplaatsen hebben. In een eerdere aflevering schonk CareXtoria aandacht aan de Trefkoel. Uit het bezoek kwam naar voren dat er een netwerk is ontstaan tussen de kunstenaars. In de vorm van een website presenteren zij zich gezamenlijk. Vorig jaar organiseerden zij een open dag voor het publiek om kennis te maken met hun werk. De Trefkoel wordt binnenkort gesloopt, en hoewel de kunstenaars dan verspreid raken over meerdere locaties, zal hun netwerk blijven bestaan. Zo ook de Open Studio Dag. Het lijkt erop dat dit een jaarlijks terugkerend evenement gaat worden. Afgelopen zondag presenteerden de kunstenaars zich voor de tweede keer aan het publiek. Aan de Open Studio’s 2011 deden vier CareX-locaties mee: de Trefkoel, het Rölingcollege, de LoodsZZ7 en OK Noordzijde, beide aan de Oosterhamrikkade. CareXtoria bezocht het Rölingcollege aan de Antillenstraat.

Gedeelde atelierruimte

Het gebouw wordt gedeeld door bewoners en kunstenaars. Bij binnenkomst heten twee kunstenaars mij welkom en begeleiden mij naar de ateliers. In de eerste ruimte zie ik hoe een praktijklokaal is opgedeeld in vier werkplekken. Elke hoek draagt een ander karakter. Een schilderes toont haar kleurrijke portretten en haar kleine landschappen. Ze vertelt hoe plezierig het is om met anderen de ruimte te delen. Het stimuleert om aan het werk te gaan en te blijven. Er is ruimte om te praten over ideeën en over de aanpak van het werk. De netwerken van elkaar kunnen gebruikt worden. Ze laat zien wat haar collega’s maken. Mythologische figuren uit gips, opgezette dieren (een eekhoorntje) op schommelconstructies en kleurrijke fantasieobjecten die een kermisachtige sfeer oproepen.

Venus in modderverf

Aan de andere kant van de school tref ik een andere vorm van samenwerking. Twee kunstenaars, Smit en Kaneli, maken samen grote doeken. Zij gebruiken modder als verfstof. In de structuur die dat oplevert zie je minuscule schelpjes. Het lijkt op een strandtekening, maar dan aan de wand. Hoe doe je dat, schilderen met zijn tweeën? Smit vergeleek het met een piano-stuk a quatre mains. Kaneli noemde de metafoor van een band die samen een liedje maakt. Je begint eraan en vult elkaar aan. Als je er niet uitkomt, neemt de ander het over. Ze werken vaak buiten, overleggen niet veel, maar kijken hoe onder hun vier handen het werk tot leven komt. Een van de tentoongestelde doeken toont een voluptueuze naakte vrouw. In de verte lijkt het op een supersized Venus-figuur. De bruin-grijze tinten wekken de suggestie van een grotschildering. De techniek die zij gebruiken blijkt inderdaad al eeuwenoud.

Het tweetal vertelt dat de ruimte heerlijk groot is, en licht. In de winter kan het er koud zijn, de gemiddelde temperatuur van 15 graden wordt in hun atelier nauwelijks gehaald. Met moeite krijgen zij dan hun werk droog. De lage huurkosten vergoeden natuurlijk veel. Het werk wordt wel aangekocht door grotere bedrijven, maar de recessie laat zich voelen. Met hun agent zoeken ze naar mogelijkheden om buiten Groningen afnemers te vinden . Amsterdam is een logische plek, maar ook Hamburg zou een afzetgebied kunnen worden. Of Istanbul, zegt Kaneli ineens. Dat schijnt ook hip te zijn, en zij kan het weten. Haar studie begon zij in die Turkse stad.

Het Laatste Oordeel op een zoldertje

Na afscheid genomen te hebben van de modderschilders ga ik het volgende atelier binnen. Opnieuw een gedeelde ruimte. Met schermen zijn aparte hoeken gecreëerd. Ik maak een rondje en ineens zie ik dat in het lokaal een klein verdiepinkje hangt. Er staan kleinere donkere schilderijen op de ezels. Er tegenover zit de maker. Hij rookt zijn sigaret, in een pijpje en staart naar de figuurtjes op het doek. Ik vraag of ik even mag komen kijken, neem naast hem plaats en kijk mee. Ik verzamel al mijn beperkte kunstkennis en vraag of het klopt dat dit een soort laatste oordeel voorstelt. Zoiets als Jeroen Bosch maakte. Hij bevestigt het en het zegt dat hij zich door Hans Memling heeft laten inspireren. De mensen hebben de keuze uit het smalle en het brede pad. De weg met de minste en meeste weerstand. We praten over de beeldtaal van de late middeleeuwen. Hij betoogt dat die voor ons nauwelijks nog te volgen is. Terwijl in die tijd de kijkers het intuïtief aanvoelden, zoals wij nu film kijken en met enkele beelden begrijpen welke kant de makers uit willen gaan.

Het verhandelen van zijn werk gaat op en neer. Grote bedrijven zijn meer geïnteresseerd in decoratieve afbeeldingen. Zijn werk gaat naar een beperkte groep van kunstliefhebbers. Ook deze kunstenaar is te spreken over de mogelijkheden die CareX biedt. De tijdelijke herbestemming juicht hij toe. Dat in de laatste fase van het bestaan van panden mogelijk wordt dat er kunst gemaakt kan worden, is een fijne gedachte. Ik daal het smalle trapje weer af, en laat hem achter bij zijn Laatste Oordeel.

Langerlicht schuift met design

De tijd vliegt, while you are having fun. Ik voel me als een kind in een pretpark. Eigenlijk wil ik alles zien en meemaken. Ik weet dat ik op tijd moet zijn voor mijn volgende afspraak, maar ik kan het niet laten, nog een atelier wil ik zien. In het besef dat ik veel niet te zien krijg van andere kunstenaars, ga ik het laatste lokaal binnen. Het staat vol met stijlvolle meubelen. Het is een soort showroom in een klaslokaal. Langerlicht houdt hier huis. Allerlei stijlen botsen hier met elkaar. De eigenaar schuift en combineert de meubelstukken van diverse tijden in het lokaal. Op Belgische markten en particuliere zolders vindt hij zonder te zoeken, design-stukken. Een dag op pad houdt in ieder geval in een lekker terrasje en vooral niet gefixeerd zijn op een bepaald ontwerp. Kijken wat er op je pad komt en je laten verrassen. Het leidde tot vondsten die in het lokaal prachtig met elkaar combineerden. Ik krijg een uitleg over de sciccors-chair van Pierre Jeanneret en over een Pastoe-opbergmeubeltje. We bewonderen een laag stoeltje van rank hout gemaakt bij de al lang verdwenen Groninger meubelfabriek van Huizinga. Er vlak bij hangt een Italiaans nepgouden, rechthoekige überkitscherige kroonluchter. Bij de uitgang staat een IKEA-stoel in de vorm van volle lippen uit de jaren zeventig. Zo beschreven lijkt het een ratjetoe, maar in werkelijkheid is een is het een verrassende mix van design. Een lokaal als stijlkamer.

Het alarm in mijn mobiel is ondertussen al drie keer afgegaan. De plicht roept, elders. Ik moet de Open Studio’s verlaten. Ik loop door de gangen van de oude school. In de patio zie ik de bewoners lekker in het zonnetje zitten. In de hal komen andere gasten voor de Open Studio’s binnen. Ik weet wat ze te zien krijgen. Als ze meer tijd hebben dan ik, zullen ze veel schoons kunnen bekijken. Op de terugweg rijd ik nog even langs de Oosterhamrikkade. Ook daar zie ik bezoekers, jong en oud. De netwerkgedachte van de Trefkoel verbindt de diverse CareXpanden. De Open Studio’s zorgt voor het contact met het publiek. Makers en liefhebbers van kunst kunnen elkaar makkelijk bereiken. De kunst krijgt zo de ruimte en aandacht die ze verdient. Het is een mooi product van het CareX-concept.

http://www.langerlicht.nl/meubels/diversen

http://www.kaneli-smit.nl/