CareX stelt zich ten doel om leegstand te vervangen door maatschappelijk, zinvol gebruik. Leegstand is nergens goed voor, tijdelijke bewoning en tijdelijke werkruimte voegen waarde toe aan de samenleving. Op deze blog verschijnen regelmatig reportages over opmerkelijk gebruik van de panden van CareX. De artikelen zijn geschreven door Albert-Jan Bosch. (boschrijft)



http://www.carex.nl/



donderdag 27 januari 2011

Werktheater Moi, Naberpassage

Naberpassage

Ik loop door de Naberpassage op weg naar mijn afspraak. De passage is een restje van de jaren zeventig. Overdekte winkelstraten leken de toekomst. In Groningen bouwde men de Frigge-, de Willem Lodewijk- en de Naberpassage. Het succes bleef uit. De overdekte openbare ruimtes met smalle doorgangen en nisjes trokken niet alleen winkelend publiek aan. De onveiligheid heerste en verpaupering dreigde. Toch kende de Naberpassage zo zijn charme: het kwam uit op een open binnenplein met grote bomen. Op het plein merkte je de stadsdrukte nauwelijks. Door het terras van het Feithhuis en het restaurantje De Naberhof leefde het plein. Maar het beton en de bakstenen uit de seventies overheersten de sfeer. Het gebied achter de oostwand van de Grote Markt gaat in de komende jaren op de schop. Als het financieel gaat lukken, verrijst hier het Groninger Forum. Tot die tijd lijkt het gebied tot stilstand gekomen.

Edith en Jen

De Naberhof is gesloten, CareX beheert het pand. In de etalage waar de menu’s hingen, maakt Werktheater Moi nu reclame. Binnen zitten in een kring de spelers op de grond. Zij doen een spel waarbij ze met hun ogen dicht moeten ontdekken wie de bal heeft. Degene in het midden moet het raden. Ingespannen doen ze mee. Ik neem plaats aan een houten picknicktafel. De toog van het restaurant staat er nog altijd. Verder oogt het hier als een theater: tegen de wand creatieve versieringen en decorstukken, een zelfgemaakt houten podium en gekleurde spots aan het plafond.

De deur gaat open. Edith en Jen komen binnen. Aan tafel vertellen ze over hun Werktheater. Moi biedt dagbesteding aan voor jongeren rond de twintig met een geestelijke beperking. Moi daagt de jongeren uit om theater te maken, te bewegen en te groeien als mens. Een dramadocent werkt met een groep van zeven á negen spelers aan een productie. Ze doen oefeningen voor de warming up, leren hoe ze duidelijker kunnen spreken en ontdekken hun sterke kanten. Op die sterke kanten worden ingezet. Moi kijkt naar de mogelijkheden van de spelers. Er is aandacht voor het individu en het groepsproces. Veiligheid staat voorop.

Een veilige plek

De plek is veilig. Het pleintje werd in de zomer veel gebruikt door de spelers. Ze kennen de omgeving en de vaste passanten. Edith vertelt hoe belangrijk de plek ook voor haar is geweest. Jaren had ze een baan in de zorg. De bureaucratie, de regels en het eeuwige vergaderen was ze beu. Ze begon haar Werktheater klein, met een speler, in een buurtcentrum. Ze moest telkens alles wat ze gebruikte opruimen. Ze zocht naar een vaste plek om haar droom te verwezenlijken.

Een telefoontje naar CareX resulteerde in die eigen plek. Zomer 2009 bood CareX haar de Naberhof aan. Het eerste bezoek voelde meteen goed. Het pand is ruim genoeg om meerdere spelers te begeleiden. Na een forse schoonmaakbeurt, geholpen door vrienden en bekenden, begon het echte theaterwerk. Voor de inrichting bestond geen budget. Toch is alles er gekomen. Edith merkte dat ze met haar project enthousiasme los maakte bij anderen. Mensen wilden graag meewerken aan het slagen van haar theater. Sommigen brachten spullen voor de inrichting, anderen boden hun diensten aan. Zo ontdekte ze de basis van haar ondernemersstijl: zoek kansen om elkaar aan te vullen; durf je vraag te stellen en je zult zien dat men je wilt helpen.

De W.A. Scholtenstraat

De periode in de Naberpassage zit er bijna op. Het pand van CareX zorgde voor lage vaste kosten. Met CareX valt goed samen te werken. De korte lijnen en de informele sfeer in beide organisaties sluiten goed aan. Begin januari 2011 openen Edith en Jen hun Werktheater op een nieuwe locatie: het voormalige gebouw van de Sociale Dienst aan de W.A. Scholtenstraat. Samen met Nijestee ontwikkelden zij een plan voor een vaste plek voor hun Werktheater. Met twee theatervloeren, kantoorruimte en een magazijn kunnen zij hun succes borgen. Nijestee, vanuit een maatschappelijke verantwoordelijkheid opererend, investeert in de verbouw van het gebouw en biedt een gunstig huurcontract. Geleidelijk kan het bedrijf Moi zich ontwikkelen tot een volwaardige onderneming. De CareX-fase was in dat proces van grote waarde. Zo kon het theater groeien en zich bewijzen.

Ondernemen

Jen legt uit welke poten hun bedrijf kent. Naast de gelden die spelers inbrengen (uit PGB of vergoedingen uit de zorginstellingen) verdient Moi met theaterlessen aan het onderwijs (speciaal of regulier). Ook is er een mogelijkheid om in wijkprojecten te participeren of assessements in een theaterjasje aan te bieden. De projecten moeten geld opbrengen, maar het plezier moet vooropstaan. Sfeer is belangrijk, net als het persoonlijke contact.

Ook in het zakendoen is dit leidend. De twee vrouwen geven voorbeelden van hoe zij samen met andere partijen iets voor elkaar kunnen betekenen. Toen de buurman van het Feithuis een door de spelers gemaakte poster met een levensmotto wilde hebben, betaalde hij het niet met geld. Het eetfestijn dat hij daarop organiseerde voor de spelers, zorgde voor een stevige onderlinge band. Ook met de leiding van het Forum is zo een relatie ontstaan. Een boom die alvast werd gekapt voor de bouw van het Forum, is door de spelers bewerkt en aangeboden aan de Forum-directeur. Dit kan leiden tot een bijdrage in de inrichting van het nieuwe theater. Als je je vraag maar op de juiste plek neerlegt, blijkt er vaak veel mogelijk, dat is de les van Moi.

Menselijke maat

Als het gesprek is beëindigd lopen we door het theater. De drama-docente zit alleen met een van de speelsters. De afspraak met de taxi die haar naar huis zou brengen is fout gelopen. Ze is even boos, maar de aandacht van de Moi-mensen beurt haar op. Het is mooi te zien dat de twee theaterondernemers, ondanks de drukte van de komende verhuizing, alle tijd nemen om het meisje gerust te stellen. Hier draait het ten slotte om: samen met elkaar.

dinsdag 18 januari 2011

Een oase van glas in een gymzaal

Julianaschool

In het oude deel van Hoogkerk, vlak aan het Hoendiep, staat een voormalig schoolgebouw, de Julianaschool. In de periode 1914-1915 is deze tweede openbare school van Hoogkerk gebouwd. Ooit krioelde het hier van de kinderen. De tegeltableaus met spelende jongens en meisjes die nog aan de gevel prijken, zie ik als ik mijn fiets tegen het schoolhek zet. De sneeuw die de afgelopen nacht is gevallen, ligt ongerept op het plein. Een school zonder kinderen oogt ontzield.

 

Peter Verroen

Het gebouw wordt beheerd door CareX. Een van de gebruikers is Peter Verroen. In de oude gymzaal heeft hij zijn werkplaats. Hij werkt hier met glas. Twee meterslange tafels staan midden in de ruimte. Op de linker staan tientallen plastic boterkuipjes met daarin op kleur gesorteerd glas. Kleine stukjes glas, in allerlei vormen. Het materiaal komt overal vandaan. Hier krijgt het glas een nieuwe bestemming. De andere tafel vormt het hart van de werkplaats. Hier is Peter bezig met ‘maken’. Hij noemt zichzelf geen kunstenaar. Daaraan kleven teveel associaties en connotaties. Die ballast wil Verroen niet. Hij schept niet, hij maakt. Op de ochtend dat ik hem bezoek maakt hij van kleine stukjes glas een bolle vorm waarin een lamp zal komen. De gekleurde glasstukjes voorziet hij van folie. Vervolgens componeert Peter intuïtief een patroon. Later soldeert hij dat op de piepschuimen mal tot een geheel.

 

Glas

We lopen door de werkruimte. Het is een lichte zaal met een hoog plafond. Radio Vier staat aan; Verroen vertelt over zijn universum. De buitenwereld is ver weg. De glazen objecten vertellen zijn strijd. Peters verhalen rollen over me heen. Hij dribbelt tussen de tafels door. Doordringend kijkt hij me geregeld in de ogen. Plots, in de vuur van zijn betoog, verheft hij zijn stem. Om zijn gevoel te onderstrepen gebaart hij fel of pakt hij mij vast aan mijn schouder. Dan doet hij een pas terug en zwijgt.

 

ijsgraf

Glazen ‘schilderijen’ in lijsten van ruw afvalhout staan rond de werktafels. Een prominente plaats in zijn atelier nemen drie ronde ramen in die rusten in houten staanders. In elk glas-in-lood raam staart het kindergezicht van een Eskimo je aan. Het is een foto in glas van een kind dat gevonden werd in een ijsgraf. Het ijzige gezicht wordt omzoomd door kleurig glasmozaïek. Elke standaard draagt een tekst. Het gaat wederom over de strijd met het leven.

 

Apenkooi

In zijn werkplaats voelt Peter zich als een kind. Ooit speelden de kinderen hier, slingerden ze zich door de apenkooi. Het beeld past bij hem. Voor hem geen systemen met regels voor spelling of rekenen, maar spelenderwijs ontdekken hoe iets gemaakt moet worden. Zijn ambacht leerde hij door te doen. Via een bevriende glazenier kwam hij in contact met het glas. Bij hem kreeg hij zijn eerste werkplaats, op de zolder. Later belandde hij per toeval bij CareX. Hij waardeert de oprechte belangstelling die hem daar ten deel viel. Aan het Eemskanaal bood CareX hem een fabriekshal. Hij viel voor het licht en de ruimte. In de fabriek maakte hij metershoge ramen. De schrik was enorm toen hij er uit moest. Al snel kreeg hij van CareX een vervangende plek. De school in Hoogkerk paste meteen als een jas. Het is zijn territorium. Vanuit de stad fietst Peter bijna dagelijks naar zijn werkplek. Hij gaat van de drukte naar de rust. ’s Avonds, als hij naar huis gaat kijkt hij vaak nog even om zich heen, in verwondering, blij dat dit op zijn pad is gekomen.

 

buitenwereld

Ik spreek mijn verwondering uit als hij vertelt dat hij zijn werk nauwelijks deelt met anderen. Het is een persoonlijke kwestie. Maar ook een praktische: het organiseren van tentoonstellen, verkopen en het netwerken leidt af van het wezenlijke dat Peter drijft. De behoefte om zijn werk te delen met de buitenwereld is klein, al begint die wel te groeien. Dat zijn glas mensen kan raken, emotioneert hem. Wellicht dat hij in de toekomst gasten langs zijn glazen verhalen zal rondleiden. De buitenwereld zal versteld staan. Voor ik vertrek kijk ik nog een keer rond in de oase van gekleurd glas. Dan sta ik weer buiten; de sneeuw is kleurloos.

Klik hier voor het werk van Peter Verroen

klik hier voor afbeelding van het gebouw