CareX stelt zich ten doel om leegstand te vervangen door maatschappelijk, zinvol gebruik. Leegstand is nergens goed voor, tijdelijke bewoning en tijdelijke werkruimte voegen waarde toe aan de samenleving. Op deze blog verschijnen regelmatig reportages over opmerkelijk gebruik van de panden van CareX. De artikelen zijn geschreven door Albert-Jan Bosch. (boschrijft)



http://www.carex.nl/



donderdag 15 maart 2012

Biologisch Centrum Haren: groene ruimte

In de studentenstad Groningen werd altijd wat lacherig gedaan over de studenten biologie. De letteren en juridische studenten konden hun colleges volgen in de binnenstad. Lekker dichtbij de kroegen en niet ver van huis. De sociale wetenschappers in de Hortusbuurt zaten ook niet verkeerd. Voor wie naar Paddepoel moest kon rekenen op een schampere opmerkingen. Maar de afstand die de biologen naar Haren moesten afleggen naar hun Biologisch Centrum spande de kroon. Toch hoorde je nooit een klacht uit die kringen. Men dweepte met de plek. Ik had mij altijd voorgenomen er eens te gaan kijken, maar ja hoe gaan dat soort dingen?DSC09863

Op het Zernikepark is een nieuw gebouw verrezen voor de biologen. Een futuristisch groen gebouw. De status aparte is verleden tijd. Het Biologisch Centrum in Haren moest worden afgestoten. De biologen verlieten in 2011 het groene terrein. CareX nam het beheer tijdelijk over. In de zomer van 2011 kwamen er de eerste bewoners. Ik zag mijn kans schoon om het complex dan toch eindelijk te bezoeken.

Een glazen loopbrug

DSC09864Wouter Nijland, die ik eerder in de Trefkoel had ontmoet, gaf mij een rondleiding over het Biologisch Centrum (of BC, in CareX-termen). Zoals gebruikelijk bij CareX-panden wordt de mobiele telefoon gebruikt als deurbel. Het duurt enige tijd eer hij mij oppikt bij de ingang van het terrein. Ik benut de wachttijd om de omgeving op me te laten inwerken. Ik sta tussen de oudbouw (een landhuisachtige, in rode baksteen opgetrokken en met zwarte pannen bedekt gebouw) en de nieuwbouw in. Het nieuwe deel is een rechthoekig betonnen bouwsel met horizontale vensterpartijen. Het doet me denken aan de kantoortorens die nu gesloopt worden op de Kempkensberg. Grijs en zwart domineren. Door de zelfs in januari groene bosschages om het gebouw heen krijgt de betonbouw toch warmte. De twee afdelingen zijn verbonden met een loopbrug van glas. Een hoge zwarte trap leidt naar de hoofdingang. Wouter verschijnt onder de loopbrug door. Zijn rossige lokken komen onder zijn gekleurde wollen muts uit. Hij heet me welkom en begint meteen met wat hij noemt de grand tour.

 

Van reageerbuisje tot kopieermachines

DSC09881Sinds augustus woont Wouter op het BC. Namens CareX regelt hij hier het beheer. Het gebouw werd niet leeg opgeleverd. In de nieuwbouw liet de universiteit van alles achter wat niet meer bruikbaar was in het nieuwe gebouw. Ik had de kans om in de zomer kort rond te kijken op het complex en herinnerde me dat ik in kantoortjes de oude bureaus en delen van het instrumentarium nog had zien staan. Van reageerbuisjes tot sterilisatiemachines en van overheadprojectoren tot afgedankte kopieermachines trof ik er toen aan. Ook stonden er talloze stoelen en zag ik op achtergelaten bureaus papieren met lang vergeten onderzoeksnotities. Het leek alsof in grote haast het pand plotseling verlaten was, en dat men het werk in een keer had laten liggen. In werkelijkheid was overeengekomen bij de verhuizing de spullen die niet meer gebruikt konden worden of verouderd werden achter te laten in het BC. Via CareX werd een herbestemming gevonden voor het overbodige inventaris. Een megaklus zo bleek. Nu ik na een half jaar opnieuw door het gebouw loop zie ik dat er enorm veel is afgevoerd. Maar toch is men nog volop bezig. In de voormalige bibliotheek werkt een ploeg mannen aan het afbreken van de boekenkasten. Met veel lawaai worden metalen kasten uit elkaar gehaald en versleept. Wouter en de voorman overleggen over welke sleutel gebruikt kan worden en hoe de lift gespaard kan worden.

DSC09836De bibliotheek is half in de kelder gevestigd, met een verdieping. Ik probeer me de sfeer van de studiezalen voor te stellen. Hier werd gestudeerd, boeken geraadpleegd en gonsde het van de bedrijvigheid. Nu heerst de onttakeling. Op de verdieping woont een theatermaker, een verhalenverteller. Diens kostuums hangen op kledingrekken, naast toneelverlichting. In de hoek van de leeszaal staan een Lips-brandkast, open en leeg.

 

Een vis in mootjes

DSC09844Wouter komt na overlegd te hebben, weer bij me en opent in de kelder een deur naar een ruimte waar de machines van het klimaatbeheersingssysteem is. Ik zie grote glimmende buizen, afsluitkleppen en voel een droge warme temperatuur. Voor de machines ligt in plastic verpakt, genummerd, in vele delen een skelet van een oervis. In elkaar gepast moet het geraamte vele meters lang zijn. Het is een restant van de biologische collectie. In het nieuwe gebouw op Zernike vond de architect het niet passen en zo wacht het hier op een bestemming.

Onverwachte hoekjes

Boven de machinekamer zijn twee collegezalen. De grote heeft een perfecte akoestiek. Wouter daalt neer, neemt plDSC09852aats achter het katheder en spreekt zachtjes. Ik kan hem uitstekend horen. We fantaseren hoe je hier een theaterzaal van kan maken. ‘Haal de eerste rijen stoelen eruit en je hebt een prima speelvloer,’ beoordeelt Wouter de ruimte. Ook als bioscoopzaal kan het goed dienen. De collegezaal ernaast is kleiner, intiemer. Wouter: ‘Geschikt voor kleine lezingen, kleine groepen, en met een dakterras.’ Opnieuw hanteert hij zijn sleutelbos. Even later staan we in de regen op het dak. Met terrastafeltjes, stoelen en bankjes kun je hier een fantastische plek creëren. Vooral omdat de bomen zorgen voor een groene omlijsting. Het gebouw blijkt onverwachte hoekjes te hebben.

 

DSC09874Via de eindeloze gangen komen we aan bij de zuidvleugel. Hier zijn Chinese arbeiders DSC09859gevestigd die in de naastgelegen Hortus het Lichtfestival opgebouwd hebben. We respecteren hun privacy en lopen naar buiten. Daar staan de kassen waar experimenten met gewassen gedaan werden. De kweekbakken zijn nu leeg en schoon. Wouter: ‘Een mooie ruimte voor workshops tuinieren had hier kunnen komen.’ Buiten de kassen is het landelijk. Een veld luisterrijk omringd door bomen, waarachter de Harener villa’s staan.

 

Herten, eekhoorns en kunstliefhebbers

We lopen over een pad onder de bomen door. Wouter vertelt over de eekhoorns die hier ’s avonds van boom tot boom springen en de herten die hier ronddwalen. Hij wijst op zijn woonvertrek. Achter het raam is te zien dat hij vanaf zijn bank precies over het groene pad uitkijkt waarover we nu lopen. Later laat hij in zijn huis zien dat hij ook zijn bed heeft verhoogd, om te kunnen genieten van het uitzicht. ‘Heel anders dan ik gewend was in Paddepoel,’ lacht Wouter. ‘Wat ook anders is het contact met de buurt. Het is een slag mensen dat culturele interesses heef. Onze open dag trok veel buurtbewoners. Ik kon zelfs aan de buren een schilderij verkopen. Dat is in de Trefkoel nooit geluk.’ Wouter roemt het BC als plek en ziet de potentie van het complex. Maar de binding, het collectieve gevoel van de Trefkoel heeft hij er niet kunnen terug vinden. ‘Die gezamenlijkheid is hier niet, die is verdwenen.’ Het heeft ook te maken met de concreet wordende toekomstplannen voor het BC. Het heeft er alle schijn van dat de CareX-tijd in de zomer van 2012 afgelopen is. Wouter is in zijn hoofd afscheid aan het nemen.

Otters en muizen

DSC09868Dat blijkt als we later bij het otterbassin staan. Het zijn twee betonnen bakken van zes bij twaalf meter. Ze staan leeg. Modder op de bodem. De bamboestruiken dreigen te overwoekeren. ‘Hier had ik graag een zwembad van gemaakt. Blauwe verf tegen de wand, modder er uitscheppen, wat snoeien en dan lekker liggen dobberen.’ Boven ons drijft een winterse bui, maar ik zie hem er liggen in het water. ‘Maar helaas, dat wordt hem niet.’ DSC09877

De laatste attractie die ik te zien krijg is de gang in de kelder waar dierproeven gehouden werden. Zonder daglicht observeerden wetenschappers en studenten in krappe kabinetten hoe muizen reageerden op hun experimenten. Hier is de onttakeling heel zichtbaar. DSC09880Een bureau met omgekrulde papieren, flacons en mondbeschermingskapjes. Aan de muur half gescheurde posters van schaatshelden uit de jaren negentig. Hier werd onderzocht hoe lang muizen zonder slaap konden. Ik vraag me af of je als mens in zo’n kelderkantoor het lang kon uithouden. Naast het muizenkabinet is een onderzoeksruimte geweest voor kreeftachtigen. Midden in de ruimte is een enorm aquarium, leeg, de wanden vol aanslag. Tegen de muur staan kleinere bassins, in een hoek nog een bureau.

Turbines van staal

Door een smalle keldergang, schaars verlicht, komen we weer we bij de hoofdingang. ‘Nog een ding wil ik je laten zien’, en Wouter gaat mij voor naar een volgende kelder waar drie enorme turbines zorgen voor de warmtevoorziening van het BC. Niet alleen voor de verwarming van het gebouw, maar ook van de kassen. Geïmponeerd door de buizen en het staal staan we even nietig in de machinekamer. Boven ons komt rook uit een van de vier witte pijpen, die achter de loopbrug te zien zijn.DSC09886

Buiten bij het hek nemen we afscheid. Op de valreep vertelt Wouter dat er hoe dan ook nog een open huis zal komen. Daarna kan het afgelopen zijn in het BC. Zo gaat dat. Als ik weg rijd vraag ik me af waar ik hem de volgende keer ga ontmoeten.