CareX stelt zich ten doel om leegstand te vervangen door maatschappelijk, zinvol gebruik. Leegstand is nergens goed voor, tijdelijke bewoning en tijdelijke werkruimte voegen waarde toe aan de samenleving. Op deze blog verschijnen regelmatig reportages over opmerkelijk gebruik van de panden van CareX. De artikelen zijn geschreven door Albert-Jan Bosch. (boschrijft)



http://www.carex.nl/



maandag 16 januari 2012

Blokhuispoort 1 Leeuwarden

Leeuwarden, nabij Goutum, de toegangsweg naar de stad staat vol auto's. Om tien uur ’s ochtends. De luchtmacht gaat haar kunsten vertonen op de opendagen en dus loopt Leeuwarden vol. Om me heen zie ik veel mannen alleen of met zijn tweeën, samen naar vliegtuigen en naar het spannende leven van de militairen kijken. In de file probeer ik nog wat vragen op papier te krijgen. Ik schrijf op: hoe kun je een cel gebruiken als winkel of als kantoor? Hoe groot is een cel? Hoe maak je van een gevangenis een openbare ruimte?. Tevreden over die laatste vraag (mooi contrast tussen gesloten en open) let ik even nog minder op mijn voorganger. De notities zorgen bijkans voor een kop-staartbotsing.

Via de ring van Leeuwarden rijd ik de stad binnen. De toegang tot het centrum is bochtig en af en toe onoverzichtelijk. Tomtomloos rij ik op mijn doel af. Over de brug, voorbij de bibliotheek die gevestigd is in een neoclassicistisch gebouw, rij ik langs de Blokhuispoort. Net te laat zie ik het parkeerterrein. Achter het pand, of beter het terrein, is een verborgen parkeergelegenheid die ik mag gebruiken. Langs de metershoge muur, die ontsnappen onmogelijk moest maken loop ik naar de kasteelachtige ingang van de oude gevangenis van Leeuwarden: de Blokhuispoort. Torentjes die enthousiast grandeur staan uit te stralen, sieren de poort die toegang geeft tot het complex. In het verlengde van de poort ontwar ik een tweede poort die de verbinding maakt met het tweede binnenplein. Later ontdekte ik een smaller derde binnenplaatsje. Ik had me een beeld gevormd van donkere en sombere muren met zware traliewerken. Misschien komt het door het plotselinge zomerse weer of door de lichte kleur van de stenen, maar op de binnenplaats voelt het plezierig, bedrijvig, positief aan. Meteen rechts van de ingang wapperen de banieren van CareX. Het kantoor is van buiten goed zichtbaar door de hoge ramen. Op de achterwand is in manshoge letters het groene CareX-logo geschilderd, inclusief pompebledden. Ik ben aangekomen bij CareX-Fryslân.

De afdeling Friesland is onderdeel van CareX, maar wordt apart aangestuurd. CareX Fryslân staat onder leiding van Johan de Jong. Vanuit Leeuwarden doet men hetzelfde werk als de Groninger collega’s. Panden in beheer krijgen, klaar maken voor gebruik of bewoning, contracten opstellen, afspraken maken met bewoners en pandeigenaren, zoeken naar interessante bestemmingen. En net als de Groningers stuiten de Friezen af en toe op gebouwen die de fantasie alleen maar kunnen prikkelen. Een gevangenis bijvoorbeeld. Wat moet je er mee? Wat kun je met cellen? En wat kun je met een gebouw dat zo massief en gesloten is als de Blokhuispoort? Het zijn de vragen die ik in de file bij Goutum nog snel op mijn bloknootje schreef.

Ik moet het woord ‘gesloten’ schrappen. De entree van de gevangenis is juist open, uitnodigend. Ik zie telkens mensen de poort binnenlopen. Nieuwsgierig dwalen bezoekers rond over de binnenpleinen, verrast door het bonkige karakter van het gebouw in combinatie met de speelse aankleding van de pandgebruikers. Achter een streng traliewerk staan vrolijk gekleurde en stijlvolle aangeklede etalagepoppen. In de portiersloge, midden op het voorplein, is een etalage ontstaan waarin een accountant speels cursussen boekhouding aanbiedt, gegeven in de Blokhuispoort. (was al gezegd). Ik ga het CareX-kantoor binnen, groet de medewerkers en informeer of Johan de Jong aanwezig is. Na enig bel- en zoekwerk ontdekken ze dat hij in overleg zit. Irma wijst mij de weg naar het café op het tweede binnenplein.

Het tweede plein is ruim, groen door de bomen en opvallend licht. De omliggende gevels, met datering boven de poorten van 1874, ogen dan wel streng met de zwarte traliewerken voor de ramen, maar het metselwerk opgesierd met een bakstenen mozaïek, verzacht de barse uitstraling van een gevangenis. Voor het café, genaamd De Bak, staan picknicktafels en terraszitjes in het zonnetje. De groene parasollen wapperen in de wind. Binnen zit Johan met vier mannen te overleggen. Papieren, telefoons en koffie op tafel. Er worden afspraken gemaakt, handen geschud en met de schrijfmappen onder de arm vertrekt het gezelschap. Johan heeft mij gespot. Tussen al de drukke afspraken door praten we over de Blokhuispoort. Hij legt uit waar ik allemaal kan kijken, en excuseert zich, de volgende afspraak wacht al weer. Tijdelijk beheer is hectisch.

Vanuit café De Bak ga ik het complex verkennen. De barman legt mij kort uit hoe ik moet lopen. Hij vertelt over de optredens die in het achterliggende cellenblok gehouden kunnen worden. Bandjes treden er op. Hij kent de mensen van CareX, zijn broer werkt er. Net als andere gebruikers van het gebouw komen ze hier wel langs. Hij woont ook in het gebouw, sinds vier weken zit hij boven de hoofdingang. Een huis met torenkamertje. Het café gaat zijn vijfde week in. L (dubbelop met wat volgt) Al zit het tegen het stadscentrum aan, mensen moeten het café wel weten te vinden. Mij was het buiten niet opgevallen dat je hier uitstekend kunt lunchen of koffie drinken. Later op de terugweg vallen mij de zwarte krijtborden van De Bak pas op. Ik waan me in Berlijn waar in binnenhoven in oude fabriekspanden hippe restaurants zijn gevestigd. Hip en fris is het er zeker. Kleine vierkante tafeltjes, lange banken, kaarsjes aan, een beamer die de laatste internetnieuwtjes op de muur projecteert en tralies voor de ramen. Een houten, grove bar. Hoge plafonds en witte wanden. Ik drink mijn espresso uit een mokje, een mokje met een logo, tralies. Als de espresso op is, ga ik op pad, ik ga lopen door het complex. Op zoek naar mooie verhalen.

http://www.atelieroblomow.nl/stroffels.html